Pijler 3: Het behandelen van trauma en aanverwante persoonlijkheidsproblemen

Trauma is een enorme factor bij burnout. Zelfs mild jeugdtrauma wordt in het lichaam opgeslagen in een geheugenfunctie van het zenuwstelsel, waarbij vechten, vluchten of bevriezen een automatische, dagelijks aanwezige reactie is geworden die ervoor zorgt dat er geen rust of ontspanning kan ontstaan. Zonder ontspanning en rust is herstel van burnout niet mogelijk (zie pijler 2) en trauma of traumagerelateerd gedrag kan een burnout niet alleen veroorzaken maar ook in stand houden.

Het behandelen van trauma en aanverwante persoonlijkheidsproblemen staat op de derde plaats omdat het de minst eenvoudige pijler is die het langst duurt. Bovendien is een burnoutpatiënt direct na het instorten absoluut niet in staat om gesprekstherapie aan te gaan. Op zijn minst moet de spanning flink gedaald zijn (pijler 1) en de uitputting en overprikkeling enigszins zijn hersteld (pijler 2) alvorens emotioneel beladen gesprekken te kunnen voeren.

Gesprekstherapie

Wie te vroeg begint met gesprekken zal zich onvoldoende kunnen concentreren, zal moeite hebben met onthouden wat er besproken is en zal ook geen huiswerk / opdrachten van de psycholoog kunnen uitvoeren. De hersenen raken daarvan nog te snel overbelast. De wachttijden in de GGZ kunnen dus worden ingezet om aan de eerste twee pijlers te werken zodat men klaar is voor pijler 3 zodra men aan de beurt is.

Een andere reden om deze pijler als laatste te positioneren is dat sommige mensen niet geconfronteerd willen worden met trauma en anderen zelfs niet eens in de gaten hebben dat daarvan sprake is. Vooral mildere gevallen waarbij bijvoorbeeld emotionele verwaarlozing een rol speelt maar er verder geen grote traumatische gebeurtenissen in het leven zijn geweest hebben niet het idee dat er “iets gedaan moet worden”. Een uitspraak als “er zijn wel wat dingen maar daar heb ik geen last van” komt zeer vaak voor maar gaat voorbij aan het feit dat men nu de zwaarste last ervaart: de burnout. Het heeft meestal wat tijd nodig om te gaan inzien dat er toch écht iets nodig is.

Afgezien van eventueel trauma zijn er vrijwel bij iedereen persoonlijkheidskenmerken aanwezig, al dan niet aangeleerd, die tot ongezond gedrag leiden. Denk hierbij aan perfectionisme, people pleasing, vermijding, hyperactiviteit, zelfopoffering, etc. Sommige van dit soort zaken worden regelmatig als positieve eigenschappen gezien zonder dat men in de gaten heeft dat deze nou juist de oorzaak zijn van de uitputting of overspanning.

Het komt veel voor dat een burnout alweer voor een groot deel genezen is zodra de eerste twee pijlers met succes zijn geïmplementeerd. Hierdoor kan een neiging ontstaan om pijler 3 dan maar over te slaan. Omdat trauma en persoonlijkheidsproblemen zo’n belangrijke rol spelen is het mogelijk dat men in de toekomst in een terugval of een nieuwe burnout terecht komt. Het is beter om pijler 3 serieuze aandacht te geven, ook al is men alweer aan het werk en ook al denkt men dat het allemaal wel meevalt.

Aanpassingsstoornis

Niet alleen trauma uit de kindertijd maar ook uit het recente leven speelt een rol. Denk aan echtscheiding, mislukte relaties, het kwijtraken van de baan, het verliezen van toegang tot kinderen of ziekte en overlijden van naasten. De spanning ten gevolge van dit soort zaken wordt gezien als “aanpassingsstoornis” en hulp daarbij wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar. In het gewone leven worden deze problemen soms zelfs als aanstellerij gezien omdat “we allemaal wel iets meemaken” en ze bij het leven horen. Dergelijke zaken maken een burnout echter vele malen zwaarder en vele malen langduriger.

Zelfs een simpele stressbron kan het zenuwstelsel van een burnouter al dusdanig aanwakkeren dat ontspanning en herstel gehinderd worden; recente emotionele gebeurtenissen doen dat nog vele malen heviger. Wie een burnout heeft is inderdaad niet in staat om zich aan te passen aan zware omstandigheden; men zit al op de bodem van het kunnen. Dit is dus geen stoornis; het is uiterst begrijpelijk dat de dingen “die we allemaal wel moeilijk vinden” op dat moment totaal niet gedragen kunnen worden.

Gelukkig is er in recente jaren veel aandacht voor trauma, rouw, het verwerken van emoties en de gevolgen daarvan voor lichaam en zenuwstelsel, maar degenen die zich daarop richten negeren doorgaans de eerste twee pijlers. Een burnout wordt dan als puur psychosomatisch probleem gezien dat vanzelf zal verdwijnen zolang het trauma maar behandeld wordt of emoties worden geuit, wat onjuist is. Pijlers 1 en 2 moeten ook geïmplementeerd worden.

Verkeerde insteek

Veel burnoutpatiënten zullen bovendien niet uit zichzelf bij de huisarts of psycholoog vragen om eventueel trauma in kaart te brengen en te behandelen. Men zegt in plaats daarvan:“wilt u mijn burnout oplossen?” en krijgt dan alleen een behandeling die gericht is op het verbeteren van slaap (pijler 2) of wegnemen van lichamelijke klachten. Dit is een verkeerde insteek.

Zelfs bij een GGZ-verwijzing zal de behandeling doorgaans gericht zijn op de eerste twee pijlers door aandacht te besteden aan actuele werk- of gezinsstress of zaken zoals mindfulness en meditatie. Soms worden daarnaast EMDR en CGT toegepast maar een diepere analyse en behandeling van trauma en ontstane patronen of schema’s in de kindertijd is effectiever. Daaraan wordt echter meestal pas gewerkt bij een gespecialiseerde GGZ-verwijzing, die voor “slechts” een burnout niet afgegeven wordt.

Dat de patiënt zelf niet vraagt om traumabehandeling is overigens begrijpelijk: de dagelijkse praktijk van het hebben van een burnout is enorm overweldigend en men wil zo snel mogelijk weer werken. Men denkt er niet aan om stil te staan bij eventuele dieperliggende oorzaken en velen hebben er zelfs geen idee van dat er trauma aanwezig kan zijn.

Men geeft de schuld aan het werk of andere stressvolle omstandigheden (pijler 1) of aan een gebrek aan nachtrust of vakanties (pijler 2) en denkt vervolgens dat het veranderen van baan of andere wijzigingen in het dagelijks leven voldoende zijn om te kunnen herstellen. Als het behandelen van trauma achterwege wordt gelaten kan herstel mogelijk stagneren of zelfs uitblijven, of kan in de toekomst opnieuw een burnout ontstaan.

Deze derde pijler is van groot belang om inzichten te krijgen in de eigen gedragingen die tot de burnout hebben geleid. Een geslaagde traumabehandeling zal niet alleen voor de burnout, maar voor de rest van het leven positieve effecten hebben.

Lees verder: de praktische invulling.